Loonplafond

Dominique Leroy stapt na vijf jaar als Proximus-CEO over naar het Nederlandse KPN. Dat doet ze, aldus de Vlaamse meerderheid, omdat er bij Proximus niet genoeg mag worden geschoven – d’r nieuwe werkgever betaalt zowat het dubbele. Het loonplafond, luidt het, moet weg. Betaal peanuts en je krijgt monkeys, weet je.

Zelf heb ik me meer dan eens laten vertellen dat de verloning van CEO’s zelden correleert met de aandeelhouderswaarde die ze creëren, en dus heb ik er even de koersgrafiek van Proximus – over diezelfde vijf jaar, ruwweg – bijgenomen. (Ter vergelijking: de BEL201 is er in dezelfde periode met een 14% op vooruitgegaan. Mijn eigen werkgever ging net niet maal drie.)

Koersgrafiek van het aandeel Proximus van de laatste vijf jaar
Het aandeel Proximus wist in het recente verleden niet meteen te overtuigen. (bron: Google Finance)

Leroy heeft er met andere woorden een zodanig schabouwelijk parcours opzitten dat kwatongen zich luidop afvragen of ze überhaupt d’r basisloon wel heeft verdiend. U en ik weten beter: ’t is al de schuld van dat loonplafond.

Scratch that. Sinds haar exacte aantreden, weet De Tijd, bracht Proximus, inclusief dividend, zijn aandeelhouder een fraai rendement van 65% op, zo’n 9% op jaarbasis. En da’s heel wat beter dan (buitenlandse) sectorgenoten, waaronder het eerder vermelde KPN.

Het loonplafond, dat met andere woorden een uitstekend CEO vijf jaar niet leek te deren, is geen handicap, maar een zegen!

  1. Natúúrlijk keert een semi-voormalig staatsbedrijf flink meer dividend uit dan de BEL20 gemiddeld, maar leest u vooral verder. U zult merken dat ik mw. Leroy niks kwalijk neem.