Een eventuele klimaat- of koolstoftaks heeft niks met betutteling te maken, maar alles met het responsabiliseren van individuen.
Hoe je ’t ook draait of keert, in Vlaanderen zijn op dit moment de gevolgen van een globale klimaatverandering voor rekening van de belastingbetaler. Of het nu om landbouwsteun gaat bij vaker voorkomende lange periodes van droogte, het eindelijk op poten zetten van een degelijke Vlaamse waterhuishouding, of toenemende kosten in de zorg.
Die belastingbetaler het leven wat makkelijker maken, kan prima, door de individuele vervuiler om een eerlijke bijdrage te vragen. Zijn of haar persoonlijke keuzes brengen immers voor iedereen gevolgen met zich mee – externaliteiten, noemen economen dat – die vandaag in de prijs van pakweg een vliegticket niet terug te vinden zijn.
Dat wél doen, heeft twee duidelijke voordelen. Zoals gezegd helpt een meer faire prijs de externe kosten dragen. Daarnaast doet hij consumenten – en, wie weet, producenten – mogelijk even stilstaan bij voornoemde keuzes. Helaas: onder het mom van responsabilisering moet zowel ‘gratis’ water als een inburgeringscursus per se betalend worden, maar de uitstoot van broeikasgassen niet.
Eigenlijk is niets doen hier gelijk aan ‘pamperen’. ‘De maatschappij zal er wel voor opdraaien’, zeg je dan, in plaats van individuen voor hun verantwoordelijkheid te stellen. De grap is natuurlijk dat ‘verstandig rechts’ anderen net dát graag verwijt.