Alles in Hi My Name Is Jonny Polonsky is mislukt, aldus Knack Focus. Maar is dat zo?
Ik heb Otto-Jan Hams eerste film, een soort docu van een uurtje over hoe hij singer-songwriter Jonny Polonsky met het oog op enkele kleinere shows naar België weet te halen, in twee keer gezien.
De eerste tien minuten vond ik meteen interessant. Die Otto-Jan heeft zowaar een muziekkot waar-ie in z’n vrije tijd, of zo lijkt het toch, op zo’n tiental gitaren zomaar wat aanrommelt! (Polonsky, leren we, die had ooit alles om het te maken, maar, welja.)
Anyhow, de dag erop zie ik hoe die vent in Brussel landt, nogal last van een jetlag heeft, liever niet meteen de toerist wil uithangen en evenmin een spraakwaterval blijkt. Iemand, met andere woorden, die meteen mijn sympathie geniet!
Otto-Jan, dan, die vraagt z’n idool wel héél vaak om bevestiging. Maakt stiekem t-shirts, maar komt daar pas de laatste dag mee aanzetten: ‘Ik was bang dat je ’t maar niks zou vinden.’ (Wat zijn we, vijftien?) Durft het eigenlijk niet vragen, maar regelt niettemin voor zichzelf een plekje in de gelegenheidsband die Jonny zal begeleiden. Is vervolgens nog nerveuzer dan-ie al was.
Afijn, samengevat: Jonny, die viel best mee. Komt uit New York, was een tikje brutaal. (Was het een droom die eindelijk uitkomt, die twee weken, met glitters en regenbogen? [Wat had je gedacht?])
Één reactie
Als antwoord op https://ochtendgrijs.be/blog/die-jonny-die-viel-erg-mee/.
Matig geschreven, I know, maar als ik niet op ‘Publish’ druk, komt het er nooit meer van. Punt twee: dankzij het gastrolletje van Frank Vander linden zit ik al twee dagen met De Mens in m’n hoofd.